BÉLA BARTÓK

2024 04 18

Nu de pianostemmer hier zijn werk heeft gedaan moet ik van mezelf de piano eer aandoen, en spelen. Op de parterre zwoegt mijn lief op moeilijke stukken van Brahms. Ik, aan mijn eigen piano op zolder, kies voor simpeler muziek, namelijk de stukjes die ik speelde als 12-jarig meisje. Favoriet was toen Béla Bartók. Mijn legendarische pianolerares was in die tijd mijn achternichtje, die haar opleiding bij Nadia Boulanger in Parijs genoten had. Later werd zij, Martine, zelf Française, door haar huwelijk met een Sous-préfet – later Prefect. 

Bij Martine kreeg ik les op een grote vleugelpiano. Zij speelde de stukken altijd voor, met een prachtig toucher. Ze vertelde boeiend waar de muziek over ging. Ik mocht onder de vleugel zitten en op haar voeten drukken als de pedalen volgens mijzelf gebruikt moesten worden.

Bartók was geen lieveling van mijn vader. De schuifdeuren moesten dicht wanneer ik het betreffende boek op de standaard zette. Maar ikzelf smulde, van de stamperige dans-ritmes, en van de soms voor die tijd gedurfde samenklanken. Uiteindelijk speelde ik alles uit mijn hoofd, vooral het ‘Pfänderspiel’. Dit vanwege dat fijn-herhaalde toontje vanaf maat veertien. Ik wilde dat precies zo laten klinken als vanuit de slanke handen van Martine.

Later, op het conservatorium, kreeg ik te horen dat ik wel door een zeer goede pianopedagoog moest zijn gevormd.

Ik heb haar dat nog kunnen vertellen. In onze vakantiezomers hebben we haar twee keren bezocht in Aix-en Provence. De tengere jonge meid met hoge paardenstaart was nu een waardige dame op leeftijd, die zichtbaar nog steeds verliefd was op haar iets jongere man. Onze omgangstaal was intussen Frans geworden, al gooide ze er enthousiast wat woorden in het Limburgs dialect doorheen. 

Of Martine nog leeft weet ik niet. Haar echtgenoot is niet lang na ons bezoek overleden. Mijn vader leeft ook niet meer. En Bartók: in de lente van 1996 stond ik in Boedapest voor zijn voormalig woonhuis. Het ging totaal schuil achter overdadig groen. Maar voor mij was dit een groot moment. 

Van Bartòk zelf rest ons alleen nog zijn muziek. Nu zelf een waardige dame-op leeftijd tover ik de stamperige dansjes weer tevoorschijn, zonder al teveel moeite, en met dezelfde vingerzetting als achtenzestig jaar geleden. Bartók tegen Brahms, twee verdiepingen lager. Ik gebruik het pedaal nog automatisch op de juiste momenten. Ik moet destijds wel door een zeer goede pedagoge gevormd zijn, dat dit allemaal nog in me leeft.

Maar uit mijn hoofd, zoals mijn lief dat doet, speel ik niet meer. 

Dit bericht werd geplaatst in Béla Bartók, compositie, Frankrijk, herinnering, leeftijd, piano, pianospelen en getagged met , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op BÉLA BARTÓK

  1. Bartok is ook altijd een van mijn favoriete componisten geweest. Alle muziek van hem hoor ik graag, maar favoriet van mij zijn de 6 strijkkwartetten, vooral nr. 4 en 6

Plaats een reactie